GO 10 Maart 1894 «hoogst gewichtigen dag, het houden der gewone markt «op dien dag niet te doen plaats hebben en alzoo een dag «vroeger of later te stellen. »llet kwam Uwe vergaderingmet het oog op het even «kiesche als teedere onderwerp, meest wensehelyk voor, »het adres te stellen in handen van burgemeester en wet- houders, met verzoek den Raad hun prse-advies te doen «kennen en een afdruk daarvan aan ieder der leden te doen «toekomen. «Gaarne hebben wij ons van deze taak gekweten, voor «oogen houdende den geest, die U ten aanzien van het «onderwerp bezielde. «Niet zoodra was dan bedoeld adres in onze handen, of «onzerzijds is het medegedeeld aan de Kamer van Ivoop- «handel en Fabrieken alhier, ten einde omtrent enkele vraagpuntenin verband met de belangen van den handel, «voorlichting te ontvangen. «liet bij ons van genoemde Kamer, onder dagteekening «van 15 Februari 1894 ingekomen antwoordhebben wij «de eer, in afdruk, hierbij over te leggen. »'t Zal U uit dat antwoord blijkendat de Kamer na «breedvoerige beschouwingen vermeent, tot de inwilliging «van het verzoek niet te mogen adviseeren. «Ook onzerzijds is het adres met alle belangstelling, het «onderwerp waardig, overwogen, van welke overweging «wij U gaarne den grondslag en het resultaat doen kennen. «De gemeente en dit moeten wij al dadelijk voorop «stellen kent niet uitsluitend een Dinsdagsche en Vrij - «dagsche markt, al wordt bepaaldelijk aan die dagen ge- «dacht, wanneer er sprake is van marktdagen. Van ge- «meentewege is bij besluit van den 7. October 1871 «ingesteld eene dagelijksche algemeene markt, gelijk die «elders bestaan, b.v. in 's-Bosch, zonder verbod, om markt «te houden op Roomsch-Katholieke heiligendagen. Enkel «komen de kooplieden op laatstgenoemde dagen, geheel «vrijwillig, met hunne handelsartikelen niet ter markt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 60