02 10 Maart 1894. «gelijk is inbreuk te maken op een van oudsher bestaande »gewoonte en liet ook niet op den weg ligt van het bur- »gerlijk gezag der gemeente, aan het verzoek van den «geachten Kerkeraad voornoemd, hoe eerbiedwaardig zijn «streven moge wezen, gevolg te geven. Burgemeester en Wethouders. bijlage. BREDA, den 15 Februari 1894. N°. 995. «Gevolg gevende aan den in Uwe missive in dato 15 «Januari 11. uitgedrukten wensch, heeft onze Kamer het «hierbij teruggaande adres van den Kerkeraad der Neder- «duitsche Hervormde gemeente te dezer stede in overwe- «ging genomen en heeft zij bij deze de eer U hare zienswijze «mede te deelen. «De door Uw college in de eerste plaats gestelde vraag: «Bestaat er van handelswege bezwaar tot verplaatsing van «den marktdag die op Goeden Vrijdag valt? meent de «Kamer in bevestigenden zin te moeten beantwoorden. «Het is immers van algemeene bekendheid en overeen- «komstig de ervaring van onze neringdoenden, dat het «handelsverkeer hetwelk de gewone marktdagen mede- «brengen, als het ware aan die dagen verhouden is. «De bewoners der omliggende gemeenten en in 'tbij szonder de voerlieden, die gewoon zijn onze marktdagen «met vrachtkarren te bezoeken, hebben meestal hun be- «drijf daarnaar ingericht en terwijl zij van oudsher de «Dinsdagen en Vrijdagen voor hun bezoeken aan Breda «bestemmen, worden hun overige werkdagen aan reizen «naar andere plaatsen besteed of wel door werkzaamheden «van allerlei aard in beslag genomen. Een bewijs hiervan «toont zich in het feit, dat daags vóór of na R.-K. Heiligen- «dagen, wanneer deze op Dinsdagen of Vrijdagen vallen, «geen zweem van maiktdrukte is te bespeuren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 62