68 10 Maart 1894. strekt om den thans ter plaatse ontstanen hoek van c" 90° te doen verdwijnen. Steeds zegt spreker is getracht te vermijdendat hoeken gevormd worden en bleven voortbe staan. De voorzitter zegtdat als het voorstel wordt aangenomen, dit, in verband met de te wijzigen rooilijn, leiden zal tot tegemoetkoming aan den wensch van den heer Heijlaerts. De heer Ltjdsman wenscht de bepaling te zien gesteld dat de bouwplannen onder motto worden ingediend. Daartegen wordt geen bedenking ingebracht. Vervolgens stelt de voorzitter voor, het voorbedoelde stukje gemeentegrond onder de gestelde voorwaarden in het openbaar te verkoopen, waartoe zonder hoofdelijke omvraag besloten wordt. 10. Wordt gelezen Provinciaal Blad n°. 5 van 1894, houdende o.a. nadere vaststelling van de jaarwedde van den burgemeester van Breda op f '2400 en die van den secretaris dier gemeente op j '2200, in te gaan 1 Januari 1894. De voorzitter zegt, dat wel niet aan den wensch van den Raad voldaan is, maar dat met het oog op de wet telijke bepalingen, die spreker nader doet kennen, in het genomen besluit zal moeten berust worden. De heer Sassen vraagt, of op het advies van den ge meenteraad geen antwoord van de Gedeputeerde Staten is ontvangen. De voorzitter antwoordt ontkennend. Het komt den heer Sciieltus voor, dat noch burge meester en wethouders noch de Raad zich bij de gevallen beslissing behoeven neer te leggen en de weg om in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 68