31 Maart 1894. 81 7. Reclame van een ingezetene tegen zijn aanslag in den hoofdelijken omslag dezer gemeente, dienst 1893. Wordt op voorstel des voorzitters besloten, bedoelde reclame te behandelen in eene na afloop dezer zitting te houden besloten vergadering. 8. Aanbieding van het ontwerp van een nieuw regle ment van orde voor den Raad der gemeente Breda. De voorzitter vraagt of de Raad bereid is, bedoeld ontwerp in behandeling te nemen. Niemand der leden bedenking te kennen gevende, zegt de heer Oukoop, dat hij wenschte voor te stellen, art. 8 te verbinden aan art. 27, welke beide artikelen aan elkander verwant zijn, en hij ten aanzien van art. 27 voornemens is een ingrijpend voorstel in te dienen. De voorzitter geeft in overweging het reglement artikelsgewijze te behandelen, waartoe besloten wordt. Daarop wordt gelezen Artikel 1. De geloofsbrieven der benoemde leden worden, met de verdere stukken in art. 17 der gemeentewet bedoeld, in handen eener commissie gesteld, die ze onderzoekt en verslag ter vergadering uitbrengt met eene bepaalde conclusie. De Raad beraadslaagt en beslist hierop aanstonds, of in eene nadere door hem te bepalen vergadering. Wordt zonder bedenking goedgekeurd. Art. 2. De vaste vergaderingen van den Raad worden gehouden in de eerste helft der maanden Januari, April, Augustus, September, October en December.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 81