84 31 Maart 1894. Artikel 5. De vergadering wordt een kwartier-uurs na den be paalden tijd door den voorzitter geopend. Wanneer een half uur na den bepaalden tijd het ver- eischte aantal leden niet tegenwoordig is, doet de voor zitter de namen der afwezige leden aflezen en in de notulen opteekenen, en bepaalt hij den dag der volgende vergadering. De heer Van Dam zegt nooit begrepen te hebben, waarom de vergadering een kwartier uurs na den bepaal den tijd moet geopend worden. Spreker is er voor te beginnen op het uur, wanneer de vergadering is uitge schreven. De heer Heijlaerts meent dat er vóór het behoud der bepaling veel te zeggen is. De heer Van Dam kan mis schien steeds op tijd tegenwoordig zijn, maar spreker is dit uit den aard zijner betrekking vaak zeer moeielijk. De heer Scheltus ondersteunt de zienswijze van den heer Van Dam. De voorzitter verklaart zijnerzijds niet gekant te zijn tegen de wijziging en stelt voor de eerste alinea van art. 5 te lezen als volgt: »De vergadering wordt op den bepaalden tijd door den voorzitter geopend.» Dit voorstel wordt, zonder hoofdelijke omvraag, welke niet verlangd wordt, goedgekeurd. Artikel 6. Elk lid, ter vergadering komende, teekent zijn' naam op de genummerde presentielijst. Wordt zonder bedenking goedgekeurd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 84