31 Maart 1894.
85
Art. 7.
De wethouders plaatsen zich ter weerszijden van den
voorzitter; de oudste wethouder ter rechter- en de twee
jongs ten ter linkerzijde; de leden naar de orde van den
rooster van aftreding en naar ouderdom van jaren, met
dien verstande dat de leden, die het eerst aan de beurt
van aftreding zijn, aan de rechterzijde van den voorzitter
plaats nemen.
Wordt zonder bedenking goedgekeurd.
Art. 8.
De notulen der vorige vergadering worden voor de leden
ter inzage gelegd met de te behandelen stukken en na het
openen der vergadering door den secretaris gelezenindien
een der leden dit verlangt.
De voorzitter onderwerpt de notulen aan de goedkeuring
der vergadering en onderteekent diena vaststellingmet
den secretaris.
Naar aanleiding van het bij den aanvang van
de behandeling van het onderwerpelijke reglement
gedane voorstel door den heer Oukoop, om art.
8 tegelijk met art. 27 te behandelen, wordt de
bespreking van art. 8 verdaagd tot bij artikel 27.
Art. 9.
Geene protesten worden in de notulen opgenomen. Ieder
lid heeft echter het recht daarin te doen aanteekenen,
dat hij zich met een genomen besluit niet heeft vereenigd,
doch zonder vermelding van redenen.
Wordt zonder bedenking goedgekeurd.