88
31 Maart 1891.
Art. 47.
Geen lid voert het woord, dan na het van den voor
zitter verzocht en verkregen te hebbendie het verleent
in de orde waarin het gevraagd is. Van die orde kan
echter worden afgeweken, wanneer het woord gevraagd
is over een persoonlijk feit of om eene motie van orde te
doen.
Behalve de voorzitter, voorsteller of rapporteur, voert
niemand meer dan tweemalen het woord over hetzelfde
onderwerptenzij de vergadering daartoe verlof geve.
Wordt zonder bedenking goedgekeurd.
Art. 18.
De leden zijn elkander bij de beraadslagingen niet hin
derlijk, maar laten ieder hunner de gelegenheid om zijne
meening vrij en ongehinderd mede te deelen.
De heer Sassen geeft in overweging dit artikel, over
genomen uit het vorige reglement, te doen vervallen.
De Raad zich hiermede vereenigendebesluit artikel 18
te doen vervallen.
Art. 19 (thans 18).
De voorzitter heeft het recht de leden tot de orde te
roepen, behoudens hun beroep op de vergadering.
Wordt zonder bedenking goedgekeurd.
Art. 20 (thans 19).
De stemming heeft plaats naar de volgorde van de pre
sentielijst, nadat voor elke vergadering door het lot is
beslist, met welk nummer van de lijst zal worden aan
gevangen.
De voorzitter brengt het laatst zijne stem uit.
Wordt zonder bedenking goedgekeurd.