31 Maart 1894.
91
of anders in de volgende vergadering antwoord op de
gedane vragen.
Wordt zonder bedenking goedgekeurd.
Art. 27 (thans 26).
Van al het verhandelde in eene openbare vergadering
wordt door den secretaris, ter zijde gestaan door een per
soon door burgemeester en wethouders aangewezen, aan-
teekening gehouden.
De notulen worden onverwijld samengesteld en zoo
spoedig mogelijkin elk geval drie dagen vóór de eerst
volgende vergadering, aan de leden in afdruk toegezonden.
De notulen der besloten vergaderingen worden afzon
derlijk gehouden en in de eerstvolgende besloten verga
dering voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend.
De heer Oukoop ontwikkelt omstandig zijne bezwaren
tegen art. 27, gelijk dat nu luidt.
Eerstens wenscht spreker tusschen de woorden secretaris
en „ter zijdete voegen zoo noodig.
Tweedens het woord persoonte veranderen in „amb
tenaar ter secretarie"
En derdens de tweede alinea geheel te doen vervallen.
Dit laatste punt bijzonderlijk leidt spreker tot het uit
voerig betoog, dat het onmogelijk is het bepaalde in be
doelde alinea in toepassing te brengen. Doorgaans zegt
spreker heeft om de veertien dagen eene raadszitting
plaats, zoodat slechts 12 werkdagen, afgetrokken de
Zondagen, overblijven, om de notulen te ontwerpen, te
doen inschrijven en te doen drukken. Die tijd is naar
spreker's overtuiging, gegrond op zijne ervaring, omtrent
den tijd, die enkel voor het drukken vereischt wordt, véél
te kort.
Spreker kan ook niet het nuttige en noodige der bepa
ling inzien. De notulen, die thans de raadsleden gedrukt
8