92
31 Maari 1$94.
in handen krijgen, zijn gearresteerde notulen. De andere
zouden slechts zijn ontworpen notulen, vatbaar voor wijziging.
Verder geeft de heer Oukoop alsnog in overweging, ook
de laatste alinea van art. 27 eenigszins te wijzigen.
Alle voorbedoelde wijzigingen samenvattende, stelt spre
ker voor art. 27 te lezen als volgt
»Van al het verhandelde in eene openbare vergadering
»wordt door den secretaris, zoo noodig ter zijde gestaan
sdoor een ambtenaar der secretarie, door burgemeester
»en wethouders aangewezen, aanteekening gehouden.
»De notulen van eene besloten vergadering worden door
»den secretaris afzonderlijk gehoudenin de eerstvolgende
sbesloten vergadering voorgelezen enna goedkeuring
»door den voorzitter en den secretaris onderteekend.»
Bedoeld voorstel ontlokt eene breede discussie, welke
verkort wordt weergegeven in het volgende:
De heer Verschraage acht het bepaalde in art. 27 wel
uitvoerbaar. Ook in andere gemeenten wordt dat aangetrof
fen, o.a. in Nijmegen. Gedrukte doch niet goedgekeurde
notulen worden toch later gearresteerd.
Het komt den heer Oukoop voor, dat de gedrukte no
tulen de waarde zullen verliezen, welke ze thans hebben.
In Nijmegen zegt de heer Verschraage worden
de aanteekeningen gehouden door een stenograaf, niet dooi
den secretaris, en niet is het ook de bedoeling om den
secretaris alhier meer werk te bezorgen.
De heer Van Dam vereenigt zich met de zienswijze van
den heer Oukoop. Niet goedgekeurde notulen hebben geen
historische waarde. Beter ware het dan nogals bezwaar
bestaat tegen het voorlezen der notulendeze te voren ter
secretarie ter inzage neder- te leggen.
De heer Rombouts bestrijdt het gevoelen van de heeren
Oukoop en Van Dam en betoogt het nut om de notulen