31 Maart 1894. 99 De voorzitter meent dat het onderwerp behoort tot de bevoegdheid van burgemeester en wethouders. In meerdere gemeenten gaat spreker voort heeft de kiosk een vaste plaats, maar hier bestaat het voornemen ze te plaatsen niet enkel op de Groote Markt, maar ook in andere gedeelten van de gemeente. De heer Oukoop verklaart zich wel met het plan te kunnen vereenigen, doch geeft in overweging de kiosk eene ruimte te doen hebben voor minstens 60 personen. De plaatsruimte zegt de heer Lijdsman is bere kend voor 50 personen. De heer Van Dam kan niet aanbevelen eene tent van buitengewone dimensie op te richten. De muziekkorpsen tellen hier al niet meer dan 35 man. De heer Mathon is bepaald er voor, de tent eene plaatsruimte te doen bevatten voor 60 personen. Zij moet ook geschikt zijn voor grootere korpsen. De heer Van Dam zegt dat de tent moet dienen voor de Dredasche muziekkorpsen, en als eens een grooter korps van elders zou komen, dan wel bij improvisatie kan gehandeld worden. Daarbij geldt het hier een ver plaatsbare tentwaarvan de kosten begroot zijn op f1500. De heer Mathon herneemt, dat z. i. noodig is eene tent die ten allen tijde moet kunnen dienen. De meerdere kosten zegt spreker kunnen geen bezwaar opleveren, want de kosten van het aangeboden plan zijn maar be groot op f 1140. De heer Sassen verklaart de zienswijze van den heer Van Dam te deelen. Voor Breda is het plan voldoende. Ook in 's-Bosck bezit men niet eene tent voor buitenge wone feestelijkheden. En dat de kosten blijven beneden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 99