106 2 April 1895. commissie liet ontwerp der overeenkomst gesteld, waar omtrent wordt geadviseerd dit goed te keuren. De voorwaarden van verkoop zijn geformuleerd als volgt Art. 1. Contractanten ter eene zijde (burgemeester en wethouders) staan aan den contractant ter andere zijde (C. Consael) «in eigendom af, welke laatste verklaart in eigendom te «aanvaarden, het perceel onbebouwden grond aan de Van »Bergenstraat achter de Zoutstraat, kadastraal bekend «gemeente Bredasectie AN°. 3683groot 1 are en 3 «centiarenzooals op de hieraan gehechte situatie-teekening «is afgebeeld. Art. 2, De contractant ter andere zijde en zijne rechtverkri jgenden verbinden zich tot het volgende Da. binnen één jaar na de onderteekening van deze «overeenkomst het hem in eigendom behoorende «gebouw, kadastraal bekend sectie A, N°. 39, af te «breken en op den daardoor verkregen grond in ver- «eeniging met den daarvóór aan de noordzijde lig- «genden grond tot aan de rooilijn, een gebouw te «stichten, waarvan de naar de openbare straat ge- «keerde gevel geene mindere hoogte dan acht meter «boven het hoogste gedeelte van het trottoir mag «hebbenwordende het hem vergund den tegenwoor- «digen uitgang, gelegen tusschen het perceel sectie »A, N°. 3684, en zijn perceel, sectie A, N°. 39, met «den daarvoor liggenden grond te overbouwen, mits «eene ruimte voor uitgang breed en hoog minstens «3 meter behouden blijve «J. aan de zuidzijde van het gekochte perceel sectie «A, N°. 3683, in vereeniging met den uitgang, onder «letter a genoemd, een uitweg breed minstens 3 «meter onbebouwd te laten ten behoeve van het «bebouwde gedeelte van het perceel sectie A, N°. 4308,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 106