110
2 April 1895.
17. Besluit van de gedeputeerde staten van Noord-
Brabant van den 22. Maart 1895, G, n°. 128, waarbij
in hooger beroep de aanslag van C. J. Ferger in den
lioofdelijken omslag dezer gemeente, dienst '1894, naar
een vermoedelijk inkomen van f 400, wordt gehandhaafd.
De voorzitter stelt voor dit besluit aan te nemen
voor kennisgeving, waartoe besloten wordt.
18. Bezwaarschriften, een aan den gemeenteraad en
een aan de gedeputeerde staten in hooger beroepin zake
den hoofdelijken omslag, dienst 1894.
De voorzitter geeft in overweging deze bezwaar
schriften te behandelen in besloten zittingwaartoe
besloten wordt.
19. Missive van het college van curatoren van het
gymnasium te Breda, dato 1 April 1895, betrekkelijk de
verplaatsing dier inrichting naar het voormalig rechtsgebouw
in de St.-Oatharinastraat.
Bedoelde missive is van den volgenden inhoud:
»Bij missive van 18 Februari 1895, n°. 160, werd ons
«mededeeling gedaan van uw voorstel aan den gemeente-
«raad, om het voormalig rechtsgebouw in de St.-Catharina-
straat slechts zóó in te richten voor gymnasium, dat de
»te maken kosten eenig later te nemen besluit niet in
«den weg staan, en werd ons, onder overlegging der be
trekkelijke begrooting en later gevolgde teekening van
»het gebouw, verzocht ons gevoelen daaromtrent wel te
»willen doen kennen.
«Uit de teekening, de begrooting en de ons verstrekte
«inlichtingen blijkt, dat het voornemen bestaat om het
«gebouw in zijn tegenwoordigen toestand te laten, doch
«de lokalen, voor zooverre deze voor het gymnasium be-
«noodigd zijnin orde te brengeneen gedeelte dakbe-
«dekking te vernieuwen en de noodzakelijke herstellingen
«te verrichten.
«Zooals wij U reeds bij brief van 17 September 1894
«hebben te kennen gegeven, achten wij het gebouw voor