2 April 1895. 115 «zich aan den benedenmond in de Singelgracht, wegens «stroomvermindering en verbreeding der gracht, nederzet «en aldaar tot rotting overgaat; dat de'stroom daar ter »plaatse eene meer noordelijke richting aanneemt en der shal ve bij ons de gegronde vrees bestaat, dat weinig of »geen stroom door de ontworpen badplaats zal gaan en «die voortdurend door uitbaggering op de vereischte diepte «gehouden en schoongemaakt zal moeten worden. »De Aa of Weerijs daarentegen voert wegens hare «indijking weinig vuil af en de stroom volgt meer den «oever van het voormalig ravelijn Balfort. «Het komt ons daarom voor dat de laatstgenoemde «plaats meer dan de eerste voor eene zwem- of badin- richting geschikt is te achten, al moet dan ook voor «toegang daarheen een voetbrug over den Marksingel «gelegd worden. «Eenparig is de bouwcommissie van oordeel, dat er bij «het volk meer behoefte aan zwemmen dan wel aan baden «bestaat, en de daartoe ontworpen zoogenaamde volks- «badplaats èn te klein èn te ondiep zal wezen; het is «dan ook te voorziendat van die inrichting weinig of «geen gebruik zal worden gemaakt. «Resumeerende komt het ons voor »a. dat de plaats, waar de volksbadplaats ontworpen «is, wegens te weinig stroomsnelheid en de voort- «durende vervuiling van den bodem, voor dat doel «ongeschikt is te achten; »b. dat de inrichting te klein en te ondiep is, om voor «zweminrichting te dienen. «Wij geven u daarom in overweging: «1°. het aangeboden plan niet te doen uitvoeren; «2°. eene andere plaats aan te wijzen, alwaar eene «zwem- en badinrichting van voldoende afmetingen «kan worden daargesteld, en «3°. na aanwijzing, een plan met begrooting van kos- «ten te doen opmaken. Breda, 30 Maart 1895. De bouwcommissie: H. A. SASSEN. ,T. J. L. TEYCHINÉ. J. L1JDSMAN.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 115