126 20 April 1895. dat hij steeds zijne beste krachten zal besteden aan den dienst, die aan hem is toevertrouwd. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 2. Brieven van a. de vereeniging »Bredasche Armenzorg" te Breda l. het R. IC. Parochiaal Armbestuur van den H. Antonius te Breda c. het bestuur van het departement »Breda" der Maat schappij: Tot Nut van 't Algemeen. d. het R. IC. Parochiaal Armbestuur van O. L. Vrouw Hemelvaart te Breda e. het armbestuur der Ned. Israëlietische gemeente te Breda f. het burgerlijk armbestuur te Breda houdende bericht, dat op de kiezerslijsten geen namen van door of vanwege die besturen ondersteunden voor komen. Besloten alsvoor. 3. Missive van Regenten van het oude-mannenhuis te Bredadato 5 April 1895, N°. 91, daarbij ter goedkeuring aanbiedende de rekening van de inkomsten en uitgaven over het dienstjaar 1894, vergezeld van de betrekkelijke bescheiden en kwitantiën. De voorzitter stelt voor, de stukken tot onderzoek te stellen in handen eener commissie van drie leden. De raad verzoekt den voorzitter de commissieleden te willen aanwijzen. Daarop worden als zoodanig door den voorzitter aangewezen de heeren Reigersman, Van Hal en Versciiraage. 4. Brieven van de heeren mr. A. M. Sassen en dr. P. J. W. Bijnen, daarbij ontslag nemende als leden van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs te Breda.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 126