20 April 1895. 127 De brief van den heer mr. A. M. Sassen is van den volgenden inhoud: »Uwe vergadering nam in hare zitting van 2 April j.l. «een voorstel aan van het lid mr. Reigersman betreffende «de toelating van leerlingen tot de hoogere burgerschool «te Breda. »Eene eerlijke uitvoering van het genomen besluit moet )>tot het trouwens met het oog op de leerlingen die »uit en van nabij Breda de Tilburgsche school bezoeken, «herhaaldelijk uitgesproken doel leiden dat het getal «leerlingen aan de Bredasche school grooter wordt. «Intusschen heeft de geringste vermeerdering van het «getal leerlingen tot onmisbaar gevolg dat men staat voor «de keuze om, of parallelklassen in te richten, öf de «rijkssubsidie op te offeren ten einde het getal leerlingen «uit andere gemeenten dan Breda te beperken. «Zoo in het eene als in het andere geval zal het nood- «zakelijk te verhoogen schoolgeld niet kunnen verhinderen «dat eene wijziging in den toestand der hoogere burger- «school, m. i. allerminst in haar belang, zal voeren tot «een verhoogden, misschien ondragelijken financieelen druk «op de ingezetenen van de gemeente Breda. «Ik wensch in geenen deele hiertoe mede te werken en «heb mitsdien de eer aan uwe vergadering mede te deelen «dat, onder dankzegging voor het herhaaldelijk in mij «gestelde vertrouwen, ik bij deze ontslag neem als lid «van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs «in deze gemeente." Mr. A. M. SASSEN. De brief van den heer dr. P. J. W. Bijnen luidt als volgt: «Naar aanleiding van het genomen besluit van den «gemeenteraad, voorstel Reigersman, op 2 April 1.1heb «ik de eer ÖEd.Achtb. kennis te geven, dat ik ifiijn «ontslag neem als lid van de commissie van toezicht op «de hoogere burgerschool." Hoogachtend heb ik de eer te zijn Uw dienstwillige P. J. W. BIJNEN.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 127