137 1°. Door den heer mr. Tii. Matiion, die het volgend rapport voorleest: 20 April 4895. en dit bedrag over te schrijven op hoofdstuk IV, art. 8 (onderhoudskosten, enz. van 12 woningen, gebouwd uit het legaat van wijlen dr. Van Cooth). 5. dato 13 April 1895, G, n°. 31, 2d° afd., 3de bur., houdende goedkeuring in de begrooting dienst 1894 (uitgaven) af te schrijven van hoofdstuk II, art. 4, eene som van 93,61s en daarvan over te schrijven op hoofdstuk IV, art. 2, een bedrag van f 59,445 en IV, 12, - 34,17. c. dato 13 April 1895, G, n°. 30, 2de afdg.3de bureau, houdende goedkeuring in de begrooting dienst 1894 (uitgaven) af te schrijven van hoofdstuk VIII, art. 1, eene som van ƒ33,355 en daarvan over te schrij ven op hoofdstuk VI, afd. 1, art. 6, een bedrag van 6,87 en VI, 1, 8 - 26,48\ De voorzitter stelt vooralle deze besluiten aan te nemen voor kennisgeving en verder ter uit voering te verzenden aan burgemeester en wet houders, waartoe besloten wordt. B. Verslagen. De volgende verslagen worden uitgebracht: «De commissie, benoemd door den gemeenteraad, in «de zitting van den 2. April 1895, tot het nazien van de «rekening van het gesticht voor Roomsch Katholieke oude «vrouwen te Breda over 1894, heeft de eer U te rappor- «teerendat zij die rekening heeft onderzocht en verge- «leken met de daarbij overgelegde bescheiden en dat alles «in de beste orde is bevondenweshalve zij U voorstelt «genoemde rekening goed te keuren. Namens de commissie, TH. MATHON.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 137