5 Januari 1895. 13 Rotterdam, 29 December 1894. Waterleiding Breda. N°. 3815. Onderwerp: Ongeval ontijzerings-inrichting. »Bij monde van Uwen burgemeester werd mijingevolge »Uw raadsbesluit, opgedragen rapport uit te brengen om- »trent het ongeval, dat op 10 December jl. heeft plaats «gehadmet verzoek om mede te deelen aan welke oor- »zaken dit moet worden toegeschreven; gaarne verklaarde »ik mij bereid aan deze opdracht te voldoen. »Zooals U bekend is, bestaat de ontijzerings-inrichting »uit een vierkant gebouwtje, dat door 2 kruismuren in »4 afdeelingen, elk groot 3 bij 3 meter, is verdeeld. «Het onderste gedeelte van elke der vier afdeelingen en welke ais waterkelders dienst doen, zijn door klamp lagen waterdicht bewerkt en van een grondbekleeding voorzien. «Het daarboven gelegen gedeelte is gevuld met grove «gietcokeswelke liggen op geperforeerde cementplaten 3D dit gedeelte dient alleen om het water te doen passeeren »de wanden zijn dus niet beklamptdoch met een laag van »15 millimeter portlandcementmortel beraapt. «De onderste lagen der cokes zijn ter hoogte van 0,50 M. »gestapeldde verdere hoogte is op de gewone wijze «gevuld. »Bij het doorspoelen der verschillende afdeelingen, waarbij door elke afdeeling werd gevoerd de dubbele «hoeveelheid water, welke in normale omstandigheden «daar door moet passeeren, liet de doorlaatbaarheid der «geperforeerde platen niets te wenschen over. «Hierbij dient te worden opgemerkt, dat die doorspoe ling noodig is om de fijne cokesdeeltjes, die bij de vulling «door het afbreken der scherpe kanten ontstaan, te ver- «wijderen; door daartoe aangebrachte van afsluiters voor- «ziene buizen werd het zwart gekleurde water in een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 13