140 20 April 1895. »doel zal beantwoorden. De motieven, waarop het oud- «gerechtshof als zoodanig buiten gebruik is gesteld, zijn »de navolgende: 1°. »de zeer zwakke constructie der kapgebinten vooral «aan de noord-oostelijke schilden 2°. «de totaal versleten zolderbevloering en de zeer »sterke doorbuiging der bintlaag van den zolder »een gevolg van hare zwakke steunpunten; 3°. »de slechte draagpunten tusschen de audiëntiezaal «en de ruimte voor het publiek; rustende de ooste lijke achtergevel op twee zwakke gegoten ijzeren «kolommen, waaromtrent altijd vrees heeft bestaan »dat deze draagpunten het zouden begeven; 4°. »de zwakke en gedeeltelijk oude binnenmuren van «het gebouw, die eene verbouwing altijd kostbaar «in uitvoering doen zijn, terwijl vooral op de «bovenverdieping sporen aanwezig zijn, dat het »gebouw niet hecht en stevig was; 5°. »de veelalgebrekkige stijlen en onderdorpels van »schuif- en raamkozijnen; 6°. »de slechte toestand van sommige gewelven onder »de woning van den concierge en onder de ruimte «voor het publiek bij de audiëntiezaal, waarvoor, «ter voorkoming van ongelukken, steun- en draag- «punten worden gemetseld en houten jukken werden «gesteld 7°. «de zwakke buitenmuren van de oostelijke en «westelijke vleugels ter weerszijden van den hoofd- «ingang, terwijl de buitenmuur aan de zijde van «het Beggijnhof sporen van verval aantoont. «Deze opgenoemde gebreken zijn niet overdreven en zijn «den heer Lijdsman en mij, bij ingesteld onderzoek, «gebleken werkelijk te bestaan. En nu stel ik mij bovendien «de vraag, hoe het mogelijk kan zijn om voor ƒ3500, «dat gebouw geschikt voor gymnasium te maken, terwijl «bij den door burgemeester en wethouders vroeger over- «gelegden staat van kosten dat bedrag werd geraamd op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 140