14
5 Januari 1895.
«daartoe gegraven ringsloot afgespuid, totdat de fijne
«cokesdeeltjes waren verwijderd.
«Dit afspuien had plaats den 3den, 6den en 7den No-
«vember j.l. Den daarop volgenden dag, zijnde 8 November,
«werden de vier afdeelingen in het werk gesteld en werkten
«geregeld doorop den lOden November werd bij eene
«voorloopige beproeving der machines gedurende eenigen
«tijd gepompt met 70 slagen per minuut, waarbij circa
«40 °/o meer water dan in normale omstandigheden door
«de inrichting moet loopen, met goed gevolg passeerde.
«Op den 16den November werd echter door den op-
«zichter Van Helden ontdekt, dat van de beide oostelijke
«vakken de ruimten boven de geperforeerde cementplaten
«volraakten en gedeeltelijke verstopping werd geconstateerd.
«De opzichter stelde daarop die beide afdeelingen buiten
«werking, liet de gaten den 20sten November opruimen
«en constateerde dat kleine stukjes cokes, die zich op de
«platen hadden verzameld, de verstopping hadden ver-
«oorzaakt.
«Na deze afdeelingen opnieuw in dienst te hebben ge-
«steld, werd niets abnormaals meer opgemerkt; het ten-
«gevolge der doorsij peling nat geworden metselwerk droogde
«op en alles gaf eene geregelde werking aan.
«Den lsten December vertrok de opzichter, na het per-
«soneel geheel op de hoogte te hebben gebracht en de
«noodige wenken te hebben gegeven om naar omstandig-
«heden te kunnen handelen.
«Bij het bezoek door Uwe leden op 7 December ter
«bezichtiging der inrichting, ontdekte ik, dat de muren
«der oostelijke afdeeling nat waren en deelde de directeur
«mij mede, dat den vorigen dag verstopping van deze
«afdeelingen was geconstateerd en daarom de schuiven
«gedeeltelijk waren dichtgezet om de daardoor afvloeiende
«hoeveelheid water te verminderen.
«Volgens verklaring van den machinist werkte hij op
«deze wijze de volgende dagen door en hoewel ik hier-
«omtrent geen zekerheid heb kunnen verkrijgen, heeft zich
«zeer waarschijnlijk die verstopping na den 6den Decern-
