156 *- '20 April 1895. is minder breed dan de plaats aan den Singel en als de militairen ter eerstgenoemde plaatse geen gezicht hebben in de zwemkom, dan kan men ook geen gezicht hebben in de badplaats. Wanneer men ter plaatse een hoek trekt, komt de straal hooger dan de woningen aan de overzijde. De voorzitter wenscht ook zijne meening te doen kennen en verklaart al dadelijk dat hij gaarne tot het tot stand komen van het plan zal medewerken. Wie zwemmen hier, vraagt spreker? 't Zijn allemaal jongens van 18 a 19jaar. Zelden zal er iemand van 40 jaar zwemmen. Dat is ook elders het gevalo. a. te Dordrecht. En wat de bezwaren omtrent de stroomsnelheid aangaat, daaromtrent wenscht spreker te doen opmerken, dat er als 't ware drie rivier armen zijn. De stroom blijft zuidwaarts. Overigens mogen geen barrages gemaakt worden zonder vergunning van het betrokken polderbestuur. Verder niemand der leden het woord verlan gende, brengt de voorzitter het voorstel van burgemeester en wethouders in stemming, waar van de uitslag is dat dit wordt aangenomen met 13 tegen 4 stemmen. Vóór waren de heeren Van Dongen, Van Hal, Reigers man, Teychiné, Romrouts, Oukoop, Van Aken, Vreede, HeijlaertsScheltusMathon Verschraage en de voorzitter. Tegen de heeren Van Dam Bloemarts Sassen en Lijdsman. De heer Van Dam vraagt en bekomt het woord. Spreker zegt, dat straks is goedgekeurd de rekening over 1894 van het gesticht voor R.-K. oude vrouwen te Bredamaar hij betwijfelt of er wel een raadsbesluit bestaat, waarbij de gemeente den last haar opgelegd aanvaardt. Nu daar omtrent geen zekerheid bestaat, wenscht spreker in over weging te geven op het genomen besluit terug te komen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 156