ll Mei 1895.
Szonder dat op het einde des jaars eene nadere verreke-
sning over het geheele jaar geschiedt.
»De commissie acht de handhaving van het geheele
sartikel van te meer belang., omdat haar oordeel vooral
ssteunt op hygiënische gronden. Het minimum-verbruik
»toch is zoo laag genomen dat, wanneer het water niet
salléén als drinkwater maar tevens ook gebruikt wordt
svoor hetgeen tot bereiding van spijzen in verband staat,
shet verbruik zeldzaam onder de hoeveelheid van 10 M3.
sper drie maanden zal blij ven.
De voorzitter vraagtof iemand der leden alsnog eenige
inlichtingen ten aanzien van dit punt verlangt.
d. Dit niet het geval zijnde, deelt de voorzitter verder
mede, dat door den Raad in handen van het be
stuur van het pensioenfonds van de gemeente-amb
tenaren en bedienden te Bredagesteld zijn de
stukken betrekkelijk de pensioenaanvrage van mej.
O. van Thoor, eervol ontslagen concierge van het
gemeentehuisdoch dat adressante inmiddels is
overledenten gevolge waarvan aan de zaak geen
verder gevolg is gegeven.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
C. Overige zaken.
1. Rekening van het gesticht voor R.-K. oude vrouwen,
in verband met de besprekingen in de vorige raadszitting.
Tot toelichting wordt voorgelezen de volgende nota van
burgemeester en wethouders
sAan burgemeester en wethouders zijn, ter voldoening
saan artikel 7 der armenwetbij brief van den 16. October
sl894 ingezonden de statuten van het gesticht voor Roomsch-
sKatholieke oude-vrouwen te Bredawaarvan, op verzoek,
sde ontvangst is bericht bij brief van den 18. October
»1894, n". 787.