11 Mei 1895.
179
«tegenwoordigheid der na te noemen getuigen, is terug-
«gegeven, het verzegeld pakket, waarop door haar compa-
rante geschreven was: »Ik verklaar dat dit stuk mijnen
««uitersten wil bevat. C. M. A. Beens, geboren Eerstens»
«en dat zij aan mij Notaris in bewaring had gegeven
«blijkens daarvan door mij opgemaakte en den zes-en-
«twintigsten November achttien honderd een en negentig
«verleden akte.
«Vervolgens heeft de Vrouwe comparante, in tegenwoor-
«digheid der na te noemen getuigen, aan mij Notaris
«aangeboden en bij mij in bewaring gesteld één met drie
«afdrukken in zwart lak van haar gewoon cachet verzegeld
«stukhetwelk de vrouwe comparante verklaarde haren
«olographischen uitersten wil te bevatten en op den omslag
«van welk verzegeld stuk de erflaatster, in tegenwoordig-
«heid van mij Notaris en na te noemen getuigen heeft
«aangeteekend en door hare onderteekening bekrachtigd
«dal hetzelve haren uitersten wil bevatvan welke in-
«bewaringstelling en verklaring, ik Notaris, bijgestaan
«door de na te noemen getuigen onmiddellijk de tegen-
«woordige akte van bewaargeving afzonderlijk heb opge-
«maakt, die met gemelden olographischen uitersten wil
«bij mij notaris is in bewaring gebleven.
«Waarvan akte in minuut.
«Verleden te Breda ten kantore van mij Notaris op
«lieden den zeven-en-twintigsten April achttien honderd
«twee-en-negentig in tegenwoordigheid van den heer Julius
«Josepiius Adolpiius Bauduin candidaat notaris en
«Macuiel Boosten, schoenmaker, beiden wonende te
Breda, als getuigen.
«Onmiddellijk na voorlezing dezer akte is dezelve onder
steekend door de Vrouwe comparante, de getuigen en mij
«Notaris, C. M. A. Beens, geboren Eerstens J. Bauduin,
»M. Boosten, Alpii. J. A VersciiraageNotaris.
«Geregistreerd te Breda den zeventienden April 1800
«drie-en-negentig, deel 153, folio 50 recto, vak 7, één
«bladzonder renvooien. Ontvangen voor recht van
