180 11 Mei 1895. «décharge f 1,20van depot 1,20samen twee gulden «veertig cent. De Ontvanger, Heul. Aanteekening op den omslag. «Ik verklaar dat dit stuk mijnen uitersten wil bevat. »C. M. A. Beens, geboren Keustens. «Geregistreerd te Bredaden zeventienden April 1800 «drie-en-negentig, deel 86, folio 130 recto, vak 5, één «bladgeen renvooi. Ontvangen voor recht een gulden «twintig cent. De OntvangerHeijl. Olographische uiterste wil. «Deze is mijn uiterste wil: «Ik herroep alle vroegere door mij gemaakte testamenten. «Ik benoem tot mijnen eenigen en universeelen erfgenaam «het oude-vrouwenhuisgevestigd in de Nieuwe Diest- «straat te Bredathans onder bestuur van de regenten «Mr. J. H. van Mierlo J. J. Nelissen C. M. W. Steins «Bisschop C. M. A. Lips en Mr. P. M. J. E. Bloemauts. «En zulks onder de navolgende voorwaarden 1°. «Het gesticht zal gevestigd worden in het huis en «op het erf, thans door mij bewoond en bij mij in gebruik, «staande en gelegen te Breda aan de Nieuwstraat, wijk »B nummer 209; het bestuur van voormeld oude-vrou- «wenhuis zal bevoegd zijn dit huis en erf naar de eischen «van een goed oude-vrouwenhuis te doen verbouwen en «inrichten. «2°. Het huishoudelijk beheer, dat is de waarneming «van het huishouden, zal moeten worden en blijven op- «gedragen aan leeken; en nimmer zullen geestelijke per- «sonen het huishoudelijk beheer mogen voeren of daaraan, «al zij het in ondergeschikte betrekking, mogen deel- «nemenalleen zullen bij uitzondering, ingeval van ern- «stige ziekte, liefdezusters de zieken in het gesticht tijdelijk «mogen verplegen. «3°. Het bij deze erfstelling aan het oude-vrouwenhuis «gemaakt kapitaal en de daaruit voortspruitende revenuen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 180