8 Juni 1895. Tegenwoordig de heeren B. C. VAN DONGEN, J. A. J. W. VAN HAL, W. G. H. ROMBOUTS, K. G. OU KOOP, J. A. VAN AKEN, F. J. M. HEIJLAERTS, mr. M. VAN DAM, mr. P. BLOEM ARTS, A. P. SCIIEL- TUS, H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, J. E. VREEDE, J. J. L. TEYCHINÉ, mr. W. INGENIIOUSZ, mr. A. REI GERSMAN, mr. Th. MATHON en E. H. A. GULJÉ, burgemeestervoorzitter. Afwezig de heeren J. J. NELISSEN en A. J. A. VER- SCHRAAGE. De voorzitter, de vergadering geopend hebbende, zegt, dat, naar aanleiding van artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, de notulen van het ver handelde in de vergadering van den 11. Mei 1895 ter inzage voor de leden hebben gelegenen vraagtof iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt. De heer Van Dam verzoekt rectificatie van het door hem gesprokene in zake het R.-K. oude-mannenhuis. Die rectificatie betreft het veranderen in een zin van het woord last in opdrachten, waar er later, te weten in het ant woord aan den heer Matiion, sprake is van een last, te doen uitkomen, dat die last, uitgaande van de testatrice, welke overleden is, alleen betrekking kan hebben op het betrokken gesticht. De Raad heeft geen bedenking dat in dien zin de voorbedoelde notulen gewijzigd wordenwaarna ze worden goedgekeurd en vastgesteld. U

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 185