188
8 Juni 1895.
5. Missive van het burgerlijk armbestuur te Breda,
dato 22 Mei 1895, n°. 32, daarbij ter goedkeuring toe
zendende de rekening en verantwoording der administratie
van voormeld bestuur over 1894, vergezeld van de daarbij
behoorende bewijsstukken.
De voorzitter geeft in overweging deze stukken tot
onderzoek te stellen in handen eener commissie van drie
leden.
De Raad, gehoord het betrekkelijk voorstel van den
heer Van Aken, verzoekt den voorzitter die commissie
leden te willen aamvijzen.
Daarop worden door den voorzitter gekozen de
heeren A. P. Scheltus A. J. A. Verschraage
en J. J. L. Teychiné, welke heeren, voor zoover
tegenwoordigzich de op hen uitgebrachte keuze
laten welgevallen.
G. Pensioen-aanvrage van A. G. Ernst eervol ont
slagen armenknecht bij het burgerlijk armbestuur alhier.
De voorzitter deelt mede, dat het bedoeld eervol ontslag
verleend is door burgemeester en wethouders en door dit
college, in de plaats van A. G. Ernst, voorloopig voor
den tijd van één jaar benoemd is A. J. Besier met
ingang van 1 Juli 1895.
Vervolgens geeft de voorzitter in overweging,
de voorbedoelde stukken om advies te stellen in
handen van het bestuur van het gemeente
pensioenfonds, waartoe besloten wordt.
7. Naméns burgemeester en wethouders wordt door
den voorzitter aan den Raad overgelegd het proces-verbaal
wegens gedane opname op den 5. Juni 1895 bij den
gemeente-ontvanger van de gesteldheid der gemeentekas