8 Juni 1895.
189
en van den staat der daarmede verband houdende be
scheiden, boeken en registers, waaruit blijkt, dat een
saldo in kas was van ƒ29415,345.
Bedoeld proces-verbaal wordt voor kennisgeving
aangenomen.
8. Ontwerp-besluiten met memoriën van toelichting tot
wijziging der begrooting, dienst 1894, als:
a. af te schrijven van hoofdstuk VIII, art. 1 (uitgaven)
een bedrag van ƒ791,en dit over te schrijven
op art. 6, hoofdstuk III (kosten van openbare
werken)
b. af te schrijven van hoofdstuk VIII, art. 2 (uitgaven),
een bedrag van ƒ131,81 en dat te doen strekken
tot verhooging van art. 11hoofdstuk VII (kosten
van verkoopingen en verhuringen).
Voormelde ontwerp-besluiten worden zonder
bedenking goedgekeurd en vastgesteld.
9. Missive van burgemeester en wethouders van Breda,
dato 18 Mei 1895, n°. 395, daarbij, ter voorziening in de
vacature van lid van bestuur van het oude-mannenhuis
ten gevolge van de periodieke aftreding op 1 Juni 1895
van den heer B. C. van Dongen, in dubbeltal aanbeve
lende de heeren
B. C. van Dongen, aftredend lid, en
Mr. P. M. J. E. Bloemarts.
Wordt overgegaan tot stemming met gesloten briefjes.
De voorzitter verzoekt den heeren wethouders Van Aken
en Oukoop als stemopnemers te willen fungeeren.
Er worden ingeleverd 17 stembriefjes, die alle blijken
te bevatten den naam van den heer B. C. van Dongen,
uitgezonderd één briefje dat niet ingevuld was, zoodat
de heer B. C. van Dongen, aftredend lid, opnieuw be-