IS 5 Januaki 18Ö5.
De voorzitter vraagt, of deze zienswijze ondersteund
wordt
De heer Scheltus verklaart met belangstelling het goed
samengestelde rapport der bouwcommissie gelezen te hebben
en geeft in overweging liet aan den Raad mede te deelen,
te meer, dewijl op de raadsagenda gesproken wordt van
rapporten
Dit laatste ontkent de voorzitter nietmaar naar
spreker zegt is het woord «rapporten» abusief op de
agenda vermeld.
De heer Rombouts wenscht den gedachtengang te doen
kennen van burgemeester en wethouders, toen zij aan de
bouwcommissie om advies vroegen. Men stond plotseling
voor het ongeval en nu kwam het meest gewenscht voor
in den kortst mogelijken tijd daarin op deugdelijke wijze te
voorzien, waartoe het gevoelen der bouwcommissie ge
vraagd werdten einde dit aan den heer Schotel te doen
kennen. Het rapport dier commissie is ten onrechte ge
komen in handen van den Raad. Maar dit ter zijde
stellende, ligt het thans op den weg der bouwcommissie
kennis te nemen van het rapportSchotel, om te zien,
in hoe verre de gegeven wenken opgevolgd zijn.
De heer- Van Dam verklaart den heer Teychiné niet
goed te begrijpen. Behoort het rapportSchotel niet
thuis bij de bouwcommissie, dan is het ook harerzijds
inconsequent geweest aan burgemeester en wethouders
een rapport in te dienen, en had er meer reden voor
haar bestaan eerst het rapportSchotel af te wachten.
Nu zijn er twee rapporten, terwijl de Raad slechts weet
dat één rapport, namelijk dat van den heer Schotel,
zou inkomen. De heer Schotel kan in zijn rapport
technische of andere punten aangeroerd hebbendie de
bouwcommissie raken. Daarom is het voorstel zeer
natuurlijk om het rapport—Schotel te stellen in handen