8 Juni 1895.
197
en diezelfde betrekking bij de vermeerdering der bevolking
thans toelaat daaraan nog andere betrekkingen toe te
voegen. De drukste tijd voor den havenmeester is wel
is waar het najaarmaar hij heeft kantoor te houden en
de schepen, waarvan liggeld moet betaald worden, op
te sporen; hij heeft toezicht uit te oefenen op de brug
wachters en het bruggeld te ontvangen. Ook de deur
waarder heeft als zoodanig goed zijn werk. Aan het slot
van het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
gezegd, dat beide betrekkingen zich bewegen op fiscaal
gebiedmaar spreker is van oordeel dat de betrekking
van havenmeester beter is in handen van iemand, die
met poljjiezaken bekend is. Alles samennemendeacht
spreker de vereeniging der besproken betrekkingen niet
in het belang van de gemeente. Herhaaldelijk hebben de
schippers geschillen over de ligplaats en dan moet de
havenmeester onmiddellijk beschikbaar zijn. Hij is er wel
om de rechten te ontvangen, maar ook om de orde te
handhaven en verbalen te maken.
De heer Sassen meent dat de hoofdvraag is, of de
betrekking van deurwaarder zoo onbelangrijk is als mede
gedeeld wordt. Spreker gelooft dat niet en dit te minder
als hij nagaat dat de deurwaarder ook belast is met het
toezicht op de hondenbelasting.
De voorzitter zegt, dat bij het uitreiken der beschrijvings
biljetten voor den hoofdelijken omslag tevens gevoegd
wordt een dito biljet voor de hondenbelasting.
Maar de deurwaarder moet toch de beschrijving doen
herneemt de heer Sassen en de werkzaamheden
als onderzoekenz. verrichtendie aan de heffing ver
bonden zijn.
De voorzitter ontkent dat niet, doch wenscht den heer
Matiion te doen opmerken, dat de vroegere deurwaarder