8 Juni 1895. De heer Lijdsman acht muren beter dan houten schot ten Het samenspreken wordt daardoor belet; 't is pro perder; er kunnen geen insnijdingen plaats hebben; 't is niet zoo gehoorig, en zooal meer. Na eene korte samenspreking over dit punt tusschen den voorzitter en den heer Lijdsman, verklaart de voor zitter, dat geen bezwaar bestaat aan de bedenking der commissie te gemoet te komen. De heer Rombouts kan niet zoo voetstoots toegeven dat de verandering eene verbetering zou zijn. In de ar restantenkamers komen ook dronken lieden en zij kunnen in hunne bewegingen "op voor hen nadeelige wijze met het hoofd tegen den muur terecht komen. Om die reden acht spreker houten schotten meer gewenscht. De vergadering deelt dit bezwaar niet en be sluit bestek en voorwaarden goed te keuren, behoudens het maken van steenen muren in de plaats van houten beschotten. C. Overige zaken. 1Prae advies van burgemeester en wethouders in zake het verzoek van J. Schets, pachter van het trek- of jaagpad langs de rivier »de Mark", tot verplaatsing van den paardenstal, staande nabij de suikerfabriek. Bedoeld prae-advies is van den volgenden inhoud: »Bij uw besluit van 11 Mei 1895, A n°. 4, stelde uwe «vergadering om prae-advies in onze handen een adres »van Johannes Schets te Prinsenhage, pachter van het »trek- of jaagpad langs de rivier »de Mark", verzoekende bden paardenstalstaande op den weg bij de suikerfabriek »op eigen kostente mogen verplaatsen op gemeentegrond »nabij zijne woning onder Prinsenhage, tegenover het dorp

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 202