ONTWERP. 6 Juli 1895. Tegenwoordig de heeren B. C. VAN DONGEN, J. A. J. W. VAN HAL, J. J. L. TEYCHINÉ, mr. W. INGEN- HOUSZW. G. H. ROMBOUTS, K. G. OUKOOP, J. E. VREEDE, A. P. SCHELTUS, H. A. SASSEN, J. LIJDS- MAN, J. J. NELISSENmr. Th. MATHON, A. J. A. VERSCHRAAGE en J. A. VAN AKEN. Afwezig de heeren mr. A. REIGERSMAN, mr. P. BLOEMARTSmr. M. VAN DAM en F. J. M. HEIJLAERTS, de drie eerstgenoemden met schriftelijke en laatstgenoemde met mondelinge kennisgeving. Wegens verblijf in het buitenland van den heer E. H. A. Guljé, burgemeester, wordt het voorzitterschap waar genomen door den heer J. A. van Aken, loco-burgemeester. De voorzitter zegt, dat naar aanleiding van art. 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraadde notulen van het verhandelde in de vergadering van 8 Juni 1895 ter inzage voor de leden hebben gelegen en vraagt of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen der voormelde vergadering goedgekeurd en vast gesteld. Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde A. Ingekomen stukken. i. Besluiten van de Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant., als

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 205