200 6 Juli 1805. a. dato 12 Juni 1895, G, n°. 65, 2de afd., 3de bureau, hou dende vaststelling van de rekening dezer gemeente over het dienstjaar 1893 in ontvang op /"936067,73s en in uitgaaf op ƒ835285,115, alzoo met een goed slot van 100782,62 b. dato 20 Juni 1895, G, n°. 46, 2de afd., 3d« bureau, houdende goedkeuring om in de begrooting dienst 1894 af te schrijven van hoofdstuk VIII, art. 1 (on voorziene uitgaven), een bedrag van ƒ791,en dit over te schrijven op hoofdstuk III, art. 6 (kosten van openbare werken). De voorzitter stelt voor beide besluiten voor kennisgeving aan te nemen en verder ter uit voering te verzenden aan burgemeester en wet houders, waartoe besloten wordt. 2. Brief in dato 18 Juni 1895 van heeren regenten van het oude-mannenhuis te Breda, kennisgevende van het overlijden van den heer H. Sluyters, rentmeester van dat gesticht. De voorzitter stelt voor dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen, waartoe besloten wordt en deelt verder mede, dat nog is ingekomen een brief van heeren regenten van gemeld gesticht in dato 3 Juli 1895, daarbij ter be noeming tot rentmeester van gezegd oude-mannenhuis aanbevelende 1°. den heer A. W. Sluyters, deurwaarder bij het kantongerecht en vendumeester te Breda, en 2°. den heer H. M. G. Brinkman boekhouder te Breda. De voorzitter vraagt, of het de wensch der vergadering islaatstgenoemden brief ter visie te leggen tot de volgende vergadering, dan wel tot onmiddellijke behandeling er van over te gaan. Verschillende leden verklaren zich voor directe behandeling.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 206