G Juli 1895.
209
»De Raad- der gemeente Breda;
»Gelet op zijn besluit van hedenwaarbij de heer A. J.
«Klein-Swormink definitief wordt benoemd tot leeraar in
de wiskunde aan de burgeravondschool alhier
«Gezien art. 13 der wet van den 9. Mei 1890 Staatsblad
»n°. 78) tot regeling van de pensioenen der burgerlijke
«ambtenaren
«heeft besloten:
«den grondslag voor de berekening van de bijdrage voor
«pensioen van den heer A. J. Klein-Swormink voornoemd
«vast te stellen op het bedrag van drie honderd gulden.
«Afschrift van dit besluit zal in tweevoud gezonden
«worden aan de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant.cc
Zonder bedenking wordt dit ontwerp-besluit goedgekeurd.
6. Aanbieding der ingekomen adressenom benoeming
tot havenmeestergaarder van rechten en loonen, enz. alhier.
De voorzitter stelt voor de sollicitantenlijst met de daarop
betrekking hebbende stukken ter visie te leggen voor de
leden, ten einde in een volgende vergadering tot de be
noeming te kunnen overgaan.
De heer Scheltus heeft ontdekt, dat er33sollicitanten
zijn. Velen hunner hebben zich persoonlijk bij de raads
leden voorgesteldanderen daarentegen niet. Spreker
gelooft echterdat de meesten wel een bezoek bij bur
gemeester en wethouders zullen hebben gebracht en vindt
daarin aanleiding om voor te stellendat burgemeester
en wethouders in de eerstvolgende vergadering eene
voordracht van 5 personen zullen indienen.
De voorzitter vindt geen bezwaar in het voorstel van
den heer Scheltus.
De heer Rombouts kan zich in zoover met het voorstel
vereenigen, dat burgemeester en wethouders de voor
dracht alphabetiseh zullen opmaken.