Juli 1895.
is komen stellen en hem heeft medegedeeld, dat de be
strating in bewuste gang stuk gereden is bij het ledigen
van een beerput door de gemeente-reiniging. Vroeger
ontving adressant f 13 voor het ledigen van den beerput;
thans ontvangt hij niets en heeft hij bovendien de schade,
aan de bestrating toegebracht. Misschien is daarin reden
gelegen aan adressants verzoek eenigszins tegemoet te komen.
De voorzitter zegtdat het hier een particulier eigendom
geldt en de gang als uitweg dient voor de daarachter ge
legen woningen. De gemeente zou zich op een gevaarlijk
terrein begevenwanneer zij aan het verzoek van adressant
gevolg gaf.
De heer IngenHousz geeft in overweging het adres ter
fine van onderzoek en rapport te verzenden aan burge
meester en wethouders.
De heer Lijdsman verklaart niet volkomen met den
toestand op de hoogte te zijn, doch kan zich overigens
geheel vereenigen met het voorstel van den heer Ingen
Housz.
Zonder bedenking wordt overeenkomstig het
voorstel van den heer IngenHousz besloten.
9. Brief van de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
omtrent een bij hen ingesteld beroep in zake hoofdelijken
omslag.
De voorzitter geeft in overweging deze stukken
in besloten vergadering te behandelen, waartoe
besloten wordt.
B. Verslagen.
1. Door den voorzitter wordt namens burgemeester en
wethouders verslag uitgebracht van de openbare aanbe
steding op 1 Juli 1895 van