G Juli 1895.
213
seen adres met bijlagen van Antonius Gerardus Ernst,
sden 16. Mei j.l. door burgemeester en wethouders, op
sverzoekmet ingang van 1 Juli d.a.v. eervol ontslagen
sals armenknecht bij het burgerlijk armbestuurdaarbij
verzoekende om in aanmerking gebracht te worden voor
pensioen.
«Burgemeester en wethouders noodigden het bestuur van
»het pensioenfonds uit omtrent het verzoek een beredeneerd
verslagals bedoeld bij artikel 29 van de verordening
ster regeling van de pensioenen van de gemeente-ambte
snaren, enz., aan den Raad uit te brengen.
sVoldoende aan die uitnoodigingheeft het bestuur van
shet pensioenfonds de eer den Raad te berichtendat
sA. G. Ernst, 21 Juni 1825 geboren, den l9t6n Juli j.l.
sden leeftijd van 65 jaar overschreden had en op laatst-
sgenoemden datum 31 jaar en 3 maanden in dienst der
sgemeente waszijnde hij eerst na het bereiken van het
»18de jaar in dien dienst getreden.
sDe bescheiden, genoemd in artikel 12 der verordening,
szijn door adressantvoor zooveel noodigovergelegd.
sOvereenkomstig artikel 1 dier verordening heeft hij recht
sop pensioen en wel naar de berekening volgens art. 9a.
«Gedurende de laatste zestig maanden is door requestrant
sgenoten eene jaarwedde van 350,
sDe middelsom hiervan is dus per jaar ƒ350,terwijl
'/sa dier middelsom X het aantal dienstjaren, of 31'/4
sjaar, ƒ218,75 bedraagt.
sliet bestuur van het pensioenfonds, enz. heeft alzoo de
seer den Raad in overweging te geven te besluiten aan
sadressant een pensioen toe te kennen van ƒ218,75 per
sjaar en wel van den l9ten Juli af.
Breda, den 2de" Juli 1800 vijf en negentig.
sNamens het bestuur van het pensioenfonds
svan de gemeente-ambtenaren, enz.
s De secretaris
sA. P. SCHELTUS."