17 Augustus 1895.
241
ken. Bij ondervinding is gebleken, dat die prikkel gunstig
werkt, want de exploitatie geschiedt dan op de minst
kostbare wijze, hetgeen bij een tak van dienst, zooals de
gemeente-reiniging, nogal eenigen invloed op het jaarlijksch
winstcijfer kan uitoefenen, wat door spreker met enkele
voorbeelden wordt gestaafd.
De berekening van de veranderlijke belooning naar de
hoeveelheid van de verzamelde stoffen zal geschieden op
de tot dusver gevolgde wijze. De meesterknecht is belast
met den verkoop der fa3caliën, zoodat op deze wijze de
hoeveelheid kan gecontroleerd worden. Moeielijkheden te
dezen opzichte zijn dus niet te vreezen.
De heer IngenHousz blijft de meening toegedaan, dat
eene vaste bezoldiging te verkiezen is boven een verander
lijk inkomen. Voor een ambtenaar, die doordrongen is
van zijn plicht, behoort zijne jaarwedde niet afhankelijk
gesteld te worden van de meer of minder gelukkige exploi
tatie der inrichting, waarvan hem het beheer is opgedragen.
De heer Van Dam zegt, dat het bouwen eener woning
voor den directeur, zooals in 't voorstel is opgenomen,
voor hem een onoverkomelijk bezwaar is, daaraan zijne
goedkeuring te schenken en wel op de eerste plaats om
financiëele redenen. Ook deelt spreker het gevoelen der
commissie niet, dat de directeur moet wonen in de onmid
dellijke nabijheid van de verzamelplaats der fsecaliën, omdat
het toezicht aldaar wordt uitgeoefend door den opzichter.
Bovendien is het een groot ongerief voor het publiek,
dat den directeur wil gaan sprekenwanneer deze zoo ver
af woont en men zich, dikwerf voor eene geringe zaak,
naar het terrein voor de fsecaliën moet begeven. Woont
de directeur in de stad, dan kan hij ook beter toezicht
uitoefenen op de werklieden der gemeente-reiniging, die
hunne werkzaamheden in de verschillende straten der ge
meente hebben.
De voorzitter zegt, dat het in het belang der goede
controle wenschelijk is, dat de directeur zoo kort mogelijk
bij de mestvaalt woont.