17 Augustus 1895.
248
heer Van Dam zijne bezwaren tegen het voorstel bij wijze
van amendement trachten uit den weg te ruimen.
De heer Van Dam toont zich hiertoe niet bereid
omdat het voorstel in het algemeen zijne instemming niet
wegdraagt.
De heer Rombouts is wel genegen, persoonlijk een
voorstel te doen tot het verhoogen der vaste wedde met
f200,wanneer althans het bouwen eener nieuwe wo
ning ernstige bezwaren blijft ontmoeten.
De heer Bloemarts gehoord de verschillende sprekers,
wenscht ook een woord over deze zaak in het midden te
brengen. Spreker kan niet ontveinzen, dat het voorstel
der commissie door hem met ingenomenheid is begroet.
Eenieder op deze wereld is onvolmaakt en juist die on
volmaaktheid is oorzaak, dat een prikkel, in den vorm
eener geldelijke tegemoetkoming, een weldadigen invloed
op de behartiging van de aan zijne zorgen toevertrouwde
belangen kan uitoefenen. Spreker kan verschillende voor
beelden daaromtrent aanhalendoch zal zich in deze tot
een paar beperken, welke door hem thans nader worden
uiteengezet.
Hieruit volgt derhalvezegt sprekerdat een prikkel
gunstig werkt, ook op den goeden gang der zaak zelve.
De directeur der gemeente-reiniging, dien hij zeer hoog
acht en wiens eerlijkheid door hem op prijs gesteld wordt,
zal voor dezen prikkel evenmin ongevoelig zijn. Aan
spreker is alzoo duister gebleven, wat men tegen dien
prikkel hebben kan. Terecht is door de commissie in
gezien dat de vroegere regeling verkeerd wasdoch de
prikkel is behouden. Slechts de wijze, waarop die prikkel
werkt, is gewijzigd. Later zal blijken, of de prikkel
beantwoordt aan de gestelde verwachtingen en zal de Raad
inmiddels h tête reposée kunnen overwegen voor welke
verbeteringen deze nieuwe regeling vatbaar is. Ook de
bezwaren, door Mr. Van Dam geopperd, deelt spreker niet.
Spreker verklaart, niet in alle détails met den werkkring