3 SEPTEMBER 1895.
'253
de hoeren mrs. iVI. P. M. van Dam en P. M. J. E.
Bloemarts;
c. in de commissie voor de gemeente-waterleiding:
de heeren E. H. A. Guljé W. G. H. Rombouts en
mr. M. P. M. van Dam;
d. in de commissie van beheer van het gemeente
pensioenfonds
de heer E. II. A. Guljé.
G. Namens burgemeester en wethouders wordt dooi
den voorzitter den Raad aangeboden het ontwerp van
begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven dezer
gemeente voor den dienst van 1896, vergezeld van de
noodige bescheiden en toelichtingen, en stelt voor, dat
evenals vorige jaren de stukken worden gedrukt en de
Raad zich verdeele in drie afdeelingen tot onderzoek dier
begrooting.
Daartoe besloten zijnde, wordt door ieder lid
een nommer getrokken, waarna blijkt, dat de
afdeelingen zullen zijn samengesteld als volgt:
Eerste afdeeling, uit de heeren:
A. J. A. Verschraage,
J. Lijdsman,
J. J. Nelissen,
Mr. P. M. J. E. Bloemarts,
Mr. M. P. M. van Dam en
K. G. Oukoop, voorzitter.
Tweede aldeeling, uit de heeren:
Mr. A. Reigersman,
A. P. Scheltus,
H. A. Sassen,
J. J. L. Teychiné,
Mr. Th. Mathon en
W. G. H. Rombouts, voorzitter