254 3 September 1805. Derde afdeeling, uit de heeren: J. A. J. W. van Hal, B. C. van Dongen, F. J. M. Hetjlaerts, Mr. W. IngenIIousz, J. E. Vreede, J. A. van Aken en E. H. A. Guljé, voorzitter. 7. Ontwerp-instructie voor den havenmeester, den gaarder van rechten en loonen, den waagmeester, enz. in de gemeente Breda. De voorzitter vraagt, of de Raad bereid is deze instructie in behandeling te nemen. De heer IngenIIousz wenscht er nog wel inzage van te nemen en stelt mitsdien voor het ontwerp ter visie te leggen voor de leden. Zonder bedenking wordt dienovereenkomstig besloten. 8. Missive in dato 14 Augustus 1895 van de commissie van beheer van het stads-teekeninstituut, daarbij, naar aanleiding van het door de heeren A. W. Wagemakers en W. C. Koomans gevraagd en verkregen eervol ontslag als leden dier commissie, ter voorziening in die vaca turen in dubbeltallen voorstellende: a. voor de vacatureWagemakers: 1°. den heer mr. E. M. Gompertz en 2°. den heer W. A. van Houweninge van Sprang. Tot stemming overgegaan, worden ingeleverd 18 stemmen, waarvan 1G op den heer Gompertz en 2 op den heer Van Houweninge van Sprang, zoodat de heer mr. E. M. Gompertz gekozen is tot lid van voormelde commissie en zulks voor den tijd, dat de heer Wagemakers nog zitting zoude gehad hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 254