ONTWERP. 21 September 1895. Tegenwoordig de heeren mr. W. INGENHOUSZ, mr. M. P. M. VAN DAM, mr. P. BLOEMARTS, W. G. H. ROMBOUTS, K. G. OUKOOP, J. A. VAN AKEN, A. P. SCHELTUS, H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, mr. Tn. MATHON, B. C. VAN DONGEN, J. A. J. W. VAN HAL, mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ, A. J. A. VERSCHRAAGE en E. H. A. GULJÉ, burgemeester, voorzitter. Afwezig de heeren J. J. NELISSEN, F. J. M. HE1J- LAERTS en J. E. YREEDE. De voorzitter, de vergadering geopend hebbende, zegt, dat naar aanleiding van artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, de notulen van het verhan delde in de vergadering van 3 September 1895 ter inzage voor de leden hebben gelegen en bovendien hun in afdruk zijn toegezonden en vraagt of iemand alsnog voorlezing daarvan verlangt. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen der voormelde vergadering goedgekeurd en vast gesteld. Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde A. Ing ekomen stukken 1. Afschrift van een besluit van den heer Commis saris der Koningin in deze provincie in dato 7 September 1895, An°. 1, houdende benoeming van den heer 19

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 269