274
21 September 1895.
Art. 12.
Art. 13.
Art. 14.
Art. 15.
Art. 16.
Art. 17.
Hij geeft bij elke betaling een bewijs van kwijting af.
De bewijzen van betaalde haven-, brug- en waaggelden,
benevens van bet bewaarloon van petroleum, worden
afgegeven uit registers met strooken, waaruit zij niet
worden verwijderd, vóór dat de stok is ingevuld.
Hij houdt behoorlijk boek van alle door hem gedane
ontvangsten, op de wijze, door burgemeester en wet
houders voor te schrijven.
Het is liem verboden in de boeken, de registers en de
door hem af te geven bewijzen woorden of letters over te
schrijven en het geschrevene of gedrukte uit te schrappen
of op eenige wijze onleesbaar te maken.
Hij behandelt de boeken, registers en verdere stukken
met de noodige zindelijkheid en is voor de bewaring
daarvan verantwoordelijk.
Hij legt op zijn kantoor de boeken, die door hem
worden gehouden, zoo dikwijls het wordt verlangd, doch
tenminste tweemalen in de week, voor den gemeente
ontvanger of een ambtenaar door burgemeester en wet
houder aan te wijzen open, die deze boeken onderzoekt
en ze voor gezien teekent, ten blijke, dat ze door hem
in orde zijn bevonden.
Bij elke verantwoording en storting van penningen ten
kantore des gemeente-ontvangers, op de bepaalde tijden