21 September 1895.
275
te doen, legt hij een staat der ontvangsten sedert de
voorgaande storting over.
Hij maakt bovendien de maand- en jaarstaten op, die
door tusschenkomst des gemeente-ontvangers aan burge
meester en wethouders worden ingeleverd.
Art. 18.
Hij stelt tot zekerheid van zijn beheer persoonlijken of
zakelijken borgtocht tot een bedrag van vijf honderd gulden.
Art. 19.
Bij ontslag blijft hij aansprakelijk, totdat zijne rekening
door den gemeente-ontvanger is goedgekeurd.
Bij overlijden gaat dezelfde aansprakelijkheid op zijne
erfgenamen over.
III. Van de ambtsbedieningen den titularis opgedragen.
Art. 20.
Hij neemt de bedieningen waar van havenmeester
gaarder van rechten en loonen, waagmeester, opzichter
der openbare bewaarplaats van petroleum, en verder alle
met rechten en loonen verband houdende betrekkingen,
welke hem worden opgedragen.
Art. 21.
Als havenmeester is hijbehoudens de bevoegdheid van
den commissaris van politie, met de handhaving der orde
in en aan de haven, grachten en wateren belast en waakt
hij inzonderheid tvoor de naleving der bepalingen, vervat
in hoofdstuk IX der algemeene polite-verordening.
Bij storing der orde in of aan de havenroept hijzoo
hij de orde niet kan herstellen, aanstonds de hulp der
politie in.
Het proces verbaal, dat hij ingeval van overtreding op
maakt, stelt hij binnen vier en twintig uren aan den
commissaris van politie ter hand.