276 21 September 1895. Art. 22. Hij houdt een wakend oog op den dienst van den brug wachter en geeft van elk verzuim, van de zijde van dien beambte, dat hem ter kennis komt, onverwijld bericht aan burgemeester en wethouders. Art. 23. In zijne hoedanigheid van waagmeester zorgt hij, dat het lokaal der waag dagelijks tijdig geopend en des avonds gesloten worde, en dat de zich aanmeldende belangheb benden zoo spoedig mogelijk worden geholpen. Hij zorgt voor het wegen der goederen en bepaalt het gewicht daarvan, doch hij is niet verplicht de goederen op de schalen te laden of daarvan af te nemen. Hij doet op zijne kosten de waag en al wat daartoe behoort schoon en zindelijk houden. Art. 24. In de boterbal kan hij zich, zoo dikwijls markt gehouden wordt, op zijne kosten doen vervangen door een met toestemming van burgemeester en wethouders aangestelden persoon, die zich daar met de schalen en het gewicht bevindt ten gerieve van hen, die boter wenschen te doen wegen. Hij is voor de handelingen van dezen persoon aan sprakelijk. Voor elke partij gewogen boter wordt een briefje afge geven, vermeldende het gewicht en den naam des verkoopers. Art. 25. Hij teekent al de voorwerpen, die ter bewaring in de waag worden gebracht, in een daartoe bestemd register aan, met vermelding van de namen der eigenaars of rechthebbenden en der inbrengers. Hij draagt zorg voor de goede bewaring dezer voorwerpen, die hij, tegen be taling van het bewaarloonop de eerste aanvraag aan de rechthebbenden weder oplevert.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 276