12 October 1896. 21 Tegenwoordig de heeren J. A. VAN AKEN, J. J. L. TEYCHINÉ, mr. W. INGENHOUSZ, A. J. A. VER- SCHRAAGE, F. J. M. HEIJLAERTS, mr. M. P. M. VAN DAM, mr. P. BLOEMARTS, W. G. H. ROMBOUTS, K. G. OUKOOP, A. P. SCHELTUS, H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, J. J. NELISSEN, mr. Tii. MATRON, B. C. VAN DONGEN, J. A. J. W. VAN HAL, mr. A. REIGERS MAN en E. H. A. GULJÉ, burgemeester, voorzitter. Afwezig de heer J. E. VREEDE. De voorzitter, de vergadering geopend hebbende, zegt, dat naar aanleiding van artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, de notulen van het verhan delde in de vergadering van 21 September 1895 ter inzage voor de leden hebben gelegen en bovendien hun in afdruk zijn toegezonden en vraagt of iemand alsnog voorlezing daarvan verlangt. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen der voormelde vergadering goedgekeurd en vast gesteld. Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde A. Ingekomen stukken. 1. Missive in dato 18 September 1895 van het bestuur van het gesticht voor R.-K. oude vrouwen te Breda daarbij ter benoeming van een regent van dat gesticht, ter voorziening in de vacature, ontstaan door het, op zijn verzoek, verleend eervol ontslag aan den heer mr. J. H. van Mierlo, voordragende:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 291