292 12 October 1895. 1°. den heer mr. J. W. J. van Mierlo, kantonrechter te Breda, en 2°. den heer mr. W. IngenHousz, advocaat te Breda. Nadat de Raad zijn verlangen heeft te kennen gegeven, om tot de benoeming over te gaanverzoekt de voorzitter den heeren Oukoop en Van Aken als stemopnemers te willen fungeeren. Er worden uitgebracht 17 stemmenwaarvan verkrijgen: de heer Van Mierlo 14, en y> IngenHousz 3 stemmen. Zoodat tot regent van het gesticht voor R.-K. oude vrouwen te Breda is benoemd de heer mr. j. W. J. van Mierlo bovengenoemd, en zulks ter vervanging van den heer mr. J. H. van Mierlo, die ontslag genomen heeft. De heer Matron was bij deze stemming afwezig. 2. Missive van burgemeester en wethouders, daarbij, onder overlegging van de betrekkelijke adressen met het schrijven van den heer arrondissements-schoolopziener en het betrokken hoofd der school, ter benoeming van een derden onderwijzer aan de school voor kosteloos onderwijs aan de Kloosterlaan, voordragende de volgende candidaten: 1°. A. W. J. Balt us, 2°. J. V. T. Verhagen, en 3°. J. W. Krul, allen onderwijzer te Breda. Tot stemming overgegaan, worden uitgebracht 18stem men, waarvan verkrijgen de heeren Baltus 15, Verhagen 2 en Krul 1 stemmen. Zoodat met ingang van heden tot derden onder wijzer aan de school voor kosteloos onderwijs aan de Kloosterlaan is benoemd de heer A. W. J. Baltus, thans onderwijzer aan gemelde school,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 292