12 October 1895.
295
De heer Lijdsman zegt, dat hem uit de memorie van
toelichting gebleken isdat het doel der voorgestelde
wijziging van de verordening regelende de bouwpolitie is:
het waarborgen der rechten van naburen. Doch volgens
spreker zijn die rechten niet genoegzaam gewaarborgd
hetgeen door hem met enkele voorbeelden wordt opge
helderd. Spreker geeft alzoo in overweging in artikel 4
de woorden »van andere gebouwen of erven« te doen
vervangen door »van gebouwen of erven van anderen".
De voorzitter bevestigt het gezegde van den vorigen
spreker, wat betreft het doel der voorgestelde wijziging.
Overigens is de onderwerpelijke kwestie hoogst moeielijk
te regelen en wordt door spreker gewezen op hetgeen
dienaangaande in Amsterdam, den Haag en meer andere
plaatsen is verordend.
De heer Bloemarts kan zich met de strekking der
door den heer Lijdsman voorgestelde wijziging wel ver
eenigen, doch is van oordeel, dat de redactie ervan niet
volkomen juist de bedoeling van den voorsteller weergeeft.
Enkele leden houden zich thans onledig met het for
muleeren eener nieuwe redactie in den geest der verlangde
wijziging.
De heer Van Dam is van oordeel, dat het moeielijk is,
staande de vergadering, eene goede redactiewijziging aan
te brengen. Spreker stelt mitsdien voor het onderwerp
aan te houden tot de volgende vergadering en burgemeester
en wethouders uit te noodigen, overeenkomstig het ver
langen van den heer Lijdsman, de noodige wijziging in
het ontwerp aan te brengen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
7. Ontwerp-verordening op het heffen en invorderen
van leges en expeditiegelden ter secretarie, aan het bureau
van den burgerlijken stand en bij het archief.