12 October 1895.
297
C. Overige Zaken.
1. Adres van de overste van het R.-K. Liefdege
sticht in koop verzoekende de gemeente-eigendommen
met erf gelegen aan de Nieuwstraat, met prae-advies van
burgemeester en wethouders en overlegging van verdere
bescheiden.
De voorzitter brengt in herinnering, dat deze zaak in
de vorige vergadering is aangehouden en al de daarop
betrekking hebbende bescheiden thans voor de leden ter
visie hebben gelegen. Spreker stelt het verzoek mitsdien
opnieuw aan de orde.
De heer Verschraage kan zich met den voorgestelden
verkoop niet vereenigen. Op de eerste plaatszegt spreker,
is de rente van de bedongen koopsom niet in overeen
stemming met de thans genoten huur en ten andere
vreest spreker, dat de voorgenomen verkoop het verlies
van een rijkskantoor voor de gemeente zal tengevolge
hebben. Spreker verklaart, dat hij op deze gronden zal
stemmen tegen den verkoop van de hierbedoelde gemeente
eigendommen.
De heer Bloemarts verklaart, dat hij geheel met den
vorigen spreker kan medegaan. Spreker zal buiten be
schouwing laten de vraag, in hoever het gewenscht is
voor de gemeente, om hare eigendommen te verkoopen.
Zich plaatsende op het standpunt van den heer Verschraage,
vreest spreker evenzeer, dat de gemeente groot gevaar
zal loopen voor de verplaatsing van het ijkkantoor naar
elders, terwijl de koopsom van 6000,veel te gering
is in verband met de thans genoten wordende huurprijzen,
die eene rente van gezegd kapitaal vertegenwoordigen van
9°/0. Zelfs wanneer de gemeente te eeniger tijd de huur
van het door mejuffrouw Nijs bewoonde pand zou ver
liezen en jaarlijks boven de gewone uitgaven nog 50,
zou besteden voor noodzakelijke herstellingen, dan wordt
nog eene rente van 6'/2 °/0 'sjaars verkregen. En welk
belangvraagt sprekerbestaat er voor de gemeenteom