2 November 1895.
311
3. Ontwerp-besluiten tot bepaling van den pensioens
grondslag van twee nieuw benoemde beambten, van den
volgenden inhoud:
a. »De Raad der gemeente Breda
»gehoord de mededeeling van burgemeester en wet-
»houdersdat door henbij besluit van den 22steu
«Augustus 1895, de persoon van A. Laager tot
«vischafslager in deze gemeente is benoemd;
«gelet op art. 21 Ks der verordening tot regeling
«van de pensioenen der gemeente-ambtenaren en
«bedienden te Bredavastgesteld bij raadsbesluit van
«den 298teu November 1862 en laatstelijk gewijzigd
«bij raadsbesluit van den 27Bten Februari 1892;
«besluit
«de somdie voor genoemden beambte tot grond-
«slag zal strekkenzoo voor de berekening van de
«overeenkomstig het bepaalde bij art. 20 der voor-
melde verordening verschuldigde bijdragen, als voor
«de latere regeling van zijn pensioente bepalen op
honderd vijjtig gulden.
b. «De Raad der gemeente Breda-,
«gehoord de mededeeling van burgemeester en
«wethouders, dat door hen, bij besluit van den
«27sten Mei 1895, de persoon van F. van Hulten
«tot gemeente-aanplakker is benoemd;
«gelet op art. 21 bis der verordening tot regeling
«van de pensioenen der gemeente-ambtenaren en
«bedienden te Bredavastgesteld bij raadsbesluit
«van den 29sten November 1862 en laatstelijk gewij-
«zigd by raadsbesluit van den 27ste" Februari 1892
«besluit
«de somdie voor genoemden beambte tot grond-
«slag zal strekken, zoo voor de berekening van de
«overeenkomstig het bepaalde bij art. 20 der voor-
melde verordening verschuldigde bydragen, als voor
«de latere regeling van z'yn pensioente bepalen op
honderd gulden.