J
2 November 1895, 3l5
«klaart in eigendom te aanvaarden een driehoekig stukje
«gemeentegrond, gelegen ten noordwesten van het perceel
«van den contractant ter andere zijde aan de Valkenstraat,
«kadastraal bekend gemeente Bredasectie B, n°. 3132,
«ter grootte van ongeveer veertien centiaren, deel uit
makende van de openbare straat, genaamd «de Valken-
«straatoc, kadastraal bekend gemeente Breda, sectie B,
»n°. 4377, wordende de rooilijn en alzoo de scheiding
«tusschen de openbare straat en het in eigendom aan
«den contractant ter andere zijde af te stane driehoekig
«stukje gemeentegrond bepaald en vastgesteld volgens eene
«lijn getrokken uit den noordwestelijken hoek van het
«perceel, gemeente Breda, sectie B, n°. 1763, op den
«noordoostelijken hoek van het perceel, gemeente Breda,
«sectie B, n°. 4353, volgens de aan dit contract gehechte
«situatie-teekening.
Art. 2.
«De contractant ter andere zijde en zijne rechtverkry-
«genden verbinden zich tot het volgende:
a. «binnen één jaar na de onderteekening van deze
«overeenkomst, de hem in eigendom toebehoorende
«woningen, sectie B, n03. 3128, 3129, 3130, 3131
«en 3132 af te breken en op den daardoor verkregen
«grond in vereeniging met het driehoekig stukje
«grond, in art. 1 genoemd, eene bergplaats met
«paardenstal en bovenwoning te bouwen, waarvan
«de naar de openbare straat gekeerde gevel geene
«mindere hoogte dan acht meter boven het trottoir
«mag hebben;
b. «op den gekochten grond noch op de hem in eigen-
«dom toebehoorende perceelen, sectie B, nos. 3128,
«3129, 3130, 3131 en 3132, bergplaatsen van
«lompen, beenderen of andere voor de volks-
«gezondheid schadelijke stoffen op te richten.
Art. 3.
«De contractant ter andere zijde zalvoor koopsom van
«den in art. 1 genoemden grond, ten kantore en tegen
