2 November 1895.
325
stemming vereenigt zich de vergadering met de
voorgestelde voorwaarden.
2. Voorstel tot wijziging van de artt. 3 en 4 der
verordening regelende de bouwpolitie en van art. 11 der
algemeene politie-verordening dezer gemeente.
De voorzitter zegt, dat overeenkomstig den weusch,
door den heer Lijdsman in de vorige vergadering uit
gedrukt, de noodige redactiewijziging in de artt. 3 en 4
der verordening, regelende de bouwpolitie, heeft plaats
gevonden en vraagt, of iemand der leden tegen de thans
voorgestelde wijzigingen nog eenige bedenkingen heeft.
Dit niet het geval zijnde, worden goedgekeurd de vol
gende wijzigingen
a. In de verordening regelende de bouwpolitie in de
gemeente Breda, vastgesteld bij raadsbesluit van
2 Maart 1895, A, n°. 1.
Artikel 3 wordt gelezen
«Het is verboden verzamelingen van huizen of afzon-
der lijk te bewonen woningen te stichten, wanneer de
«hoofddeuren j van alle^ niet aan den openbaren weg uit-
«komentenzij de toegang van den openbaren weg af
«eene breedte van ten minste 3 meter heeft en de vóór-
zoowel als de achtergevels "op eenen afstand van ten
«minste 10 meter van elk gebouw en van elk aan een
«ander toebehoorend onbebouwd perceel verwijderd blijven.
«Door den gemeenteraad kan vrijstelling worden ge
sgeven van de [verbodsbepalingen van dit artikel onder
«daarbij te stellen voorwaarden.
Artikel 4 wordt gelezen:
«Het is verboden in gangen, sloppen, zoogenaamdehof-
«jes of dergelijke verzamelingen van woningen de vóór
szoowel als de achtergevels op een korteren afstand dan