330
2 November 1805.
per kwart vel f 0,05,
gedeelten voor geheelen gerekend.
Art. 2.
Geene leges worden geheven van
1°. bevelschriften van betaling
2°. attestatiën de vita tot het ontvangen van pensioe
nen, lijfrenten of andere periodieke uitkeeringen
3°. door den burgemeestersecretaris of een ambtenaar
van den burgerlijken stand onderteekende stukken,
die van het zegelrecht zijn vrijgesteld
4°. stukken door onvermogenden in hun persoonlijk
belang benoodigd en van het voltrekken van een
huwelijk tusschen onvermogenden op buitengewonen
tijd, mits in het eene en andere geval van hun
onvermogen blijke door eene verklaring van het
bestuur hunner woonplaats;
5°. akten van aanstelling, beëediging en ontslag van
beambten en bedienden en van leden van com-
missiën, geene bezoldiging of belooning genietende.
Art. 3.
Dit besluit treedt in werking op den lsten Januari 1896,
op welken dag is ingetrokken het raadsbesluit van den
Sasten October 1879, goedgekeurd bij koninklijk besluit
van den 20sten December daaropvolgende, n°. 24.
B. VERORDENING op de invordering der leges
en expeditiegelden ter secretarie, aan het
bureau van den burgerlijken stand en bij
het archief.
Artikel 1.
De betaling der leges en expeditiegelden met de kosten
van zegel, zoo die verschuldigd zijn, geschiedt bij voor
uitbetaling in handen der beambten met de uitreiking der
stukken belast, en, wat het bijzonder trouwen betreft,